Academisch Nederlands Woordenschat

Week 6

1. Bijsturen

2. Bedragen

3. Ondervangen

4. Gedogen

5. Aansprekend

6. Aanspreken

7. Vergelijkbaar

8. Vastleggen

Ze stuurt haar kinderen bij een goede pad.
Als je dit project wilt klaar hebben dan moet je wat bijgestuurd hebben.

De feest bedraagt over vijf duizend euro’s.
De deelnemers bedroegen tot 55.

Na drie jaren ondervangt de familie de situatie.
Ik zoek om een manier op deze probleem te ondervangen.

Ik kan geen liegen gedogen.
Mensen moeten elkaar gedogen en respecteren.

Je moet het eens proeven! Het is een aansprekende gerecht!
Ik kan niet zo makkelijke kiezen, elke gerecht spreekt me aan!

De kind van de buurvrouw is niet vergelijkbaar met die van mijn!
Is ze jouw zusje? Jullie zijn helemaal niet vergelijkbaar!

De trouwfeest was mooi vastgelegd.
Alles wat je zei is op schrift vastgelegd.