Academisch Nederlands Woordenschat

Aandragen (Ww)

Verwoorden (Ww)

Gebruikelijk (BNw)

*Het gebrek (Nw)

*Ontbreken (Ww)

*Verborgen (BNw)

*Weglopen (Ww)

1. Ik heb eindelijk een idee aandragen.
2. Mijn moeder verwoordt hoe ze zou graag naar een vakantie gaan wilt.
3. In zomer blijven we gebruikelijk thuis.
4. Dat komt door het gebrek aan geld.
5. Vakantie geld is altijd tekort voor zo’n familie vakantie.
6. We werk veel maar het ontbreekt ons nog aan tijd en geld.
7. Je moet dit plan verborgen houden, ze zou blij op een reis naar een kleine hotel te gaan zijn!

* = woorden van een willekeurig generator. Niet van ‘Wijzen Woorden’