Vrijdag en zaterdag van het laatste week heb ik niks geschreven. Sorry, maar tja, ik was een beetje druk en moe op het eind van de dag. Maar hier ben ik weer.
Dit is een super mooi liedje van de Spaanse band, La Oreja de Van Gogh
Donderdag
Als ik een stukje mooier en slimmer was,
Als ik speciaal en een model was,
Misschien zou ik de wagen durfde te oversteken.
En aan jou ‘wie ben jij?’ te vragen.
Je zit vooraan mij en je kunt je niet voorstellen
Dat ik voor jou mijn mooiste rok aan heb gedaan.
En toen je aan de ramen gaapt
worden mijn ogen vol.
Opeens kijk je naar mij, ik kijk naar jou en jij zucht.
Ik doe mijn ogen dicht en jij kijk aan anders ergens.
Ik kon bijna geen adem nemen en voel ik zo klein en begin ik om te trillen.
En zo gaan de dagen vanaf maandag tot vrijdag door,
Net als de zwaluwen van uit Beckers’ gedicht.
Van station tot station,
Ik vooraan van jou, we wissel onze stilte uit.
Opeens kijk je naar mij, ik kijk naar jou en jij zucht.
Ik doe mijn ogen dicht en jij kijk aan anders ergens.
Ik kon bijna geen adem nemen en voel ik zo klein en begin ik om te trillen.
En dan gebeurt het, mij lippen worden wakker,
Ze zeggen stamelend jouw naam.
Volgens mij denk jij dat ik een stommen meisje ben en ik wil dood gaan.
Maar de tijd staat stil.
Je komt naar mij en zeg, “Ik ken je nog niet maar ik heb jij al gemist.”
Elke s ’ochtend beslis ik voor deze trein in plaats van de directe.
We zijn bijna daar, op deze speciale dag van 11 van mei die heeft mijn leven verandert.
Je pakt mijn hand en wij komen binnen een tunnel die de licht uitdoet.
Ik vind jouw gezicht dankbaar aan mijn handen, ik word moedig en ik kus je op jouw lippen.
Je zegt dat je van mij houdt en ik geef je de laatste adem van mijn hart.
Geen opmerkingen
Een reactie posten